EEN EIGEN VERTELLING VAN BEGIN TOT EIND Verhalenverteller Mieke Aalderink leidt leerling en leerkracht rond in de inspirerende en wonderlijke wereld van het verhaal.
Doel De leerlingen maken kennis met ‘verhalen vertellen’, genieten van een verhaal en ontdekken dat een verhaal meer is dan een hoeveelheid woorden en zinnen. Uitdaging De leerlingen maken en vertellen een verhaal. Ze luisteren naar en waarderen de verhalen van anderen. Ze gaan op zoek naar meer en lezen. Start Elke workshop start met een kort verhaal (een mini-voorstelling). Dit kan aansluiten bij het thema van het moment, zodat er verbinding ontstaat met de actualiteit in de klas. De workshop Er wordt aandacht besteed aan literaire conventies als verhaalstructuur, de ontwikkeling van de personages, de setting van de gebeurtenissen: het verhaal. Door stem- en speloefeningen wordt kennis gemaakt met de theatrale kant van het verhaal: de vertelling. Aan het eind van de les(sen) hebben ze van een verhaal een vertelling gemaakt. Werkvormen Improviseren, schrijven, filosoferen, samenwerken, dramatiseren, vertellen, logisch redeneren. Hulpmiddelen Storycubes, verhalenkaarten, de mindmap, een verhalenketting e.a. In actie De leerlingen luisteren naar een vertelling en ontdekken dat naast woorden en zinnen ook beweging, stemgebruik en mimiek ertoe doen. Er wordt aandacht besteed aan verhaalstructuur, verhaallijn, verhaalelementen als tijd en ruimte. Personages worden uitgewerkt, beschreven en gespeeld. Er wordt gewerkt aan stem, beweging en mimiek. Emoties in het verhaal komen daarbij vanzelfsprekend aan bod. De leerlingen krijgen tools in handen die het inzicht in teksten vergroten. Aan het eind vertellen de leerlingen hun eigen verhaal Kijkje in de klas: De leerlingen van groep 6 werken, n.a.v. het verhaal ‘Julius en Daaf’ aan een eigen vertelling over de Romeinse tijd. Weetjes uit de geschiedenisles zijn een handig hulpmiddel. Als extraatje heeft de juf een ‘verplicht’ woordenschatlijstje samengesteld. Joris vertelt trots zijn verhaal. Hij heeft maar liefst vier 'moeilijke' woorden uit het lijstje van de juf gebruikt! Kijkje in de klas: In groep 7 wordt gewerkt met sprookjes. Er is gekozen voor ‘Roodkapje’. Eén van de aandachtspunten is het vertelperspectief. In groepjes gaan leerlingen onderzoeken wat dat kan betekenen voor de vertelling van een verhaal. Als afsluiting wordt het sprookje verteld door de ogen van de wolf, door de ogen van het huis van grootmoe en door de ogen van een boom in het bos. Er gebeuren bijzondere dingen in het bos. De Uitdaging - leerlingen lezen beoordelen en vergelijken (literaire) teksten en maken keuzes voor eigen vertellingen;
- verbeelden fragmenten van hun verhaal, maken in niet te veel woorden kort verhaal en houden zo de verhaallijn vast;
- reflecteren over eigen ervaringen, gevoelens en ideeën en voegen die toe aan hun verhaal;
- luisteren naar elkaars verhalen, respecteren en waarderen elkaars werk;
- onderzoeken hoe verhaallijnen en verhaalelementen in een verhaal gaan passen, dat een tekst een logische opbouw heeft en dat dat gevolgen heeft voor het begrip van een verhaal;
- ontdekken dat zelf een verhaal vertellen best een trots en voldaan gevoel geeft “Ik dacht niet dat ik het durfde, maar ik deed het toch.”
De ‘Kijkjes in de klas’ zijn voorbeelden van een grote diversiteit aan activiteiten |